De Veldkapel: verhaal en lied door Hanni en Jean

 

Het wemelt in de Mei van blonde kleinen, nabij de veldkapel;

De takken van de grote linde deinen

rondom de veldkapel.

 

Maria hoort de zoete litanieën

Der boerenkind’ren en der honingbieën.

Ave Maria, Ave Maria!

 

Een paradijs van bloemen ziet men spruiten, nabij de veldkapel;

Terwijl de vogels in de takken fluiten, rondom de veldkapel.

 

Maria hoort in ’t heilig avondzwijgen

een jubelpsalm van nachtegalen stijgen.

Ave Maria, Ave Maria!

 

Het koele dorpke ademt niets dan vrede, nabij de veldkapel;

Zijn sluimer is ’n enk’le reine bede,

Rondom de veldkapel.

 

Maria hoort, terwijil de sterren glanzen,

de naklank van de laatste rozenkransen.

Ave Maria, Ave Maria!