Waarderen en selecteren in de Sint-Maria Magdalenakerk te Kortijs

← Terug naar Religieus cultureel erfgoed

Geschiedenis van de kerk

De zuidelijke grafheuvel of tumulus van de Drie Tommen bewijst de aanwezigheid van Gallo-Romeinen op het grondgebied van Kortijs. Het dorp vormde een allodiale heerlijkheid die onderworpen was aan het Eigenhof van Luik. Sinds de late 15de eeuw kwam een kwart van het grondgebied toe aan de abdis van de Val-Notre-Dame in Antheit bij Hoei. Het oorspronkelijk romaanse kerkje fungeerde daarnaast als kwartkapel van Montenaken. Normaal hadden deze kapellen geen doopvont, maar Kortijs verwierf in 1798 wel het recht er een te plaatsen. In zowel Montenaken als Kortijs was Val-Notre-Dame tiendheffer.

De huidige Sint-Maria Magdalenakerk is een neogotisch kerkgebouw met omringd kerkhof, van 1892-1893, naar ontwerp van architect Edmund Serrure (1832-1911). De kerk is opgebouwd uit bak- en natuursteen en bestaat uit drie beuken van vijf traveeën, met vijfzijdig koor, geflankeerd door twee sacristieën. De kerk werd in 1993 gerestaureerd. Het kerkmeubilair bestaat grotendeels uit 19de en 20ste-eeuwse objecten, op enkele uitzonderingen na. Het orgel is van de hand van de Sint-Truidense orgelmaker Arnold Clerinx (1816-1898) en werd erkend als beschermd monument op 09.02.2004 omwille van de sociaal-culturele en historische waarde.

De gemeente Gingelom is eigenaar van het kerkgebouw en zal in de toekomst overgaan tot verkoop. Voor het waarderen, selecteren en herbestemmen van het roerend cultureel erfgoed in de Sint-Maria Magdalenakerk werd een werkgroep samengesteld. Hierin zetelden naast Erfgoed Haspengouw ook PARCUM, het bisdom en de kerkfabriek. Het waarderingstraject spreidde zich over een zestal sessies waarin de werkgroep aan de slag ging met de collectie. Het roerend cultureel erfgoed werd a.d.h.v. de inventaris – en gebaseerd op de geschiedenis van de kerk – opgedeeld in verschillende ensembles. Uit onderzoek van de werkgroep bleken er toch enkele merkwaardige vondsten aanwezig in de kerk.

Opmerkelijk interieur

Het oudste object in de kerk aanwezig is de doopvont uit de 15de eeuw. Een laat-romaans tot vroeg-gotisch Mosaans stuk, met de koppen van de vier paradijsstromen. Vlakbij de doopvont hangt in de zijbeuk een 17de-eeuws schilderij van H. Maria Magdalena. Uit archiefdocumenten bleek dat de kruisweg een directe opdracht was van de kerkfabriek aan de Academie van Antwerpen in 1860. Een van de staties is getekend door Felix Caullet, hoogstwaarschijnlijk een van de leerlingen die de opdracht voltooide.

In het interieur is tevens de invloed van sommige families in Kortijs duidelijk zichtbaar. Zo werden het hoofdaltaar, de communiebank en enkele glasramen geschonken door de familie Snyers. Aan de hand van een aantal opschriften zijn er ook verwijzingen naar de familie Lowet terug te vinden, meer bepaald ene Charlotte Lowet schonk meerdere objecten aan de kerk waaronder een wierookscheepje. Op de glasramen worden niet minder dan twaalf families vermeld. Ook de schaapjes van de kerststal werden geschonken door verschillende parochianen.

 

Zilverwerk van Sint-Truiden tot Keulen

Onder het zilverwerk zit een ciborie van de hand van Truienaar Jacob Cartuyvels, medio 19de eeuw en een zilveren pateen dat een Sint-Truidens merk draagt van ca. 1660 met daarnaast een tot nog toe onbekend meesterteken. Een kelk daterend uit de Hollandse Tijd (1814-1830) en van de hand van de Brugse edelsmid Jozef Loontjens (1788-1825). Tot slot een fraaie ciborie in verguld Duits zilver, vervaardigd door Aloïs Kreiten (1856-1930).

 

Participatie met de inwoners van Gingelom

Op 10 oktober organiseerde Erfgoed Haspengouw een participatiemoment in de Sint-Maria Magdalenakerk. Sinds enkele jaren in de kerk gesloten dus heel wat kijklustigen vonden de weg naar de kerk voor de openstelling. Niet alleen buurtbewoners, maar ook leden van naburige kerkfabrieken in Gingelom waren aanwezig. Aan de kerkfabrieken werd dan ook uitdrukkelijk gevraagd aan te geven in welke kerken objecten eventueel een herbestemming kunnen vinden. Ook hierop kwam heel wat respons. Deze aanvragen zullen in de laatste fase van het waarderingstraject verwerkt worden door de werkgroep, in samenspraak met het bisdom. Afronding van het traject wordt voorzien in het najaar van 2021.