10 ERFGOEDKRANT HASPENGOUW I APRIL 2024 In januari rondde Erfgoed Haspengouw het MOES-tuinproject (i.s.m. Centrum Agrarische Geschiedenis) af met de publicatie van een lesbundel voor leerkrachten van het vierde, vijfde en zesde leerjaar: Aardappelen telen met de klas, zo doe je dat!* De lesbundel neemt leerkrachten en hun klas in vijf stappen mee in het kweekproces van aardappeltjes, in een zak, bak of op een klein veldje. Elke maand, van februari tot juni, bestaat uit een nieuwe stap: van het laten voorkiemen, over het planten en aanaarden tot het oogsten. Naast de praktische klusjes die daarbij horen, komt elke maand een stukje aardappelerfgoed aan bod, in de vorm van een moestuinwerktuig of -gebruik. Elk hoofdstukje eindigt met een creatieve, wereld- oriëntatie- of taalactiviteit. Het is een gezellig en kleinschalig project. Vijf Haspengouwse klassen ontvingen van ons een doe-het-zelfpakket met pootaardappeltjes, kweekzak, potgrond, schep en gieter. Mieke Nyssen, bibliothecaris en leerkracht in Steinerschool Sleutelbloem in Voeren, is één van hen. Niet alleen brengt ze volop de natuur in de klas, ook voor erfgoed heeft ze een groot hart. We vroegen haar waarom ze meedoet met het project. Mieke vertelt: ‘Als je de wortels van bomen in het bos bekijkt, en je ziet hoe de draden van de paddenstoelen daarmee verweven zijn, hoe deze twee weer onlosmakelijk verbonden zijn met de humuslaag, de grondlaag daaronder en de diertjes die daarin zorgen voor een gezond evenwicht, de vraag om te proberen dat allemaal te ontwarren en los van elkaar te zien is als aan mij vragen om erfgoed los te zien van natuur, van het dorp en de mensen die er wonen, werken, in verenigingen zitten, kinderen maken... Ik ben Mieke Nyssen, geboren en getogen Voerenaar met wortels die, diep en breed vertakt, mijn kern vormen. Ongevraagd, het is of was geen keuze, maar een gegeven. Al van kinds af aan struinde ik door de bossen, door de weiden, door het water. Als je in Voeren door de natuur struint, dan loop je door levend erfgoed: elke boom, elk hoogteverschil in het landschap, elke wei met zijn haag errond vertelt een verhaal van vroeger en van nu. Onbewust leer je zo als kind ook het gewoonterecht: het verschil tussen een boer die even gromt over het plukken van fruit of de boer die aan de deur komt klagen over een dam die te hoog is gebouwd. Een veld dat braak ligt daar mag je over, een veld dat beplant staat daar ga je rond, enz. 1001 regeltjes die je al doende leert en waardoor je het gevoel krijgt dat je deel uitmaakt van een groter geheel. Het Ze zijn terug: de enige echte bokkenrijders van Wellen. Met een groot openluchtspektakel zal de gemeente half augustus de roversbende nieuw leven inblazen. Dit jaar is het 250 jaar geleden dat ze in Belgisch en Nederlands Limburg actief waren. In Zuid-Limburg was dat vooral in Wellen. Het fenomeen Bokkenrijders dateert van de 18de eeuw. Het groot kapitaal zat in die tijd bij kasteelheren, grootgrondbezitters, adel en clerus. De bevolking moest hard zwoegen. Hun karige loon werd hen dan nog regelmatig door vreemde soldaten en avonturiers ontnomen. Wellen was een onderdeel van het land van Loon, onder de voogdij van het prinsbisdom Luik. Dat stelde zich neutraal op in de toenmalige Spaanse Successieoorlog. De boerenbevolking werd daarom het slachtoffer van vernielingen van de oogsten en plunderingen door ronddolende soldaten. Zo moest de autochtone bevolking noodgedwongen zelf gaan stelen: hieruit ontstond de beweging van de Bokkenrijders. De activiteiten van de Bokkenrijders waren in geen enkel opzicht goed te keuren, hoewel ze roofden uit pure noodzaak. Het handelsmerk van de Bokkenrijders was de brandbrief: hierin dreigden ze met brand tenzij de bedreigde een zekere som overmaakte. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan beweerd werd. In onze moderne tijd zouden we spreken van ‘kruimeldiefstallen’. Van grote rooftochten was nooit sprake. Waargebeurd verhaal Volgens de legende zweefden de Bokkenrijders ’s nachts op bokken door de lucht. Dit verhaal werd althans via foltering uit de verdachten geperst. Het is gebaseerd op een Germaans volksgeloof, waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door de lucht raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel genoemd. Wellen was het epicentrum van de Bokkenrijders in Zuid-Limburg. De rechterlijke macht (de abdis van Munsterbilzen) trad, in de persoon van Drossaard Hollanders, hard op tegen de Wellense Bokkenrijders. Van 16 juni 1774 tot 5 februari 1776 werden 36 Bokkenrijders uit Haspengouw veroordeeld, waarvan 31 Wellenaars. 27 hiervan werden terechtgesteld, twee stierven in de cel. Eén Bokkenrijder ontsnapte: hij liep in de Wellense deelgemeente Ulbeek de Hollandse straat over recht naar Zepperen dat toen tot de Verenigde Provinciën behoorde, Hollands gebied dus. Eén ander werd vrijgelaten. In de Bonderkuil, op de grens van Wellen, Kortessem en Alken, vonden de gruwelijke terechtstellingen van de Wellense Bokkenrijders plaats: één werd onthoofd met de bijl, twaalf werden aan de paal gewurgd en nadien verbrand, vijf werden levend verbrand en één werd de rechterhand afgehakt, dan geradbraakt en uiteindelijk verbrand. Wellen telde in die tijd amper 1 200 inwoners, voor het dorp was de impact enorm. Openluchtspektakel Het verhaal speelde zich exact 250 jaar geleden af. Het momentum van dit belangrijk stukje geschiedenis wil Wellen niet onopgemerkt laten voorbij gaan. Op 15, 16, 17 en 18 augustus wordt het Wellense Dorpsplein omgetoverd in een groot theater met een klank- en lichtspel en een grote videoprojectie op de kerk waarin het hele gebeuren waarheidsgetrouw wordt verteld. staat nergens opgeschreven maar bij de oorspronkelijke Voerenaars leeft het nog. Soms gaat het mee met de wetten, soms staat het haaks op de bestaande wetten. Persoonlijk vind ik dat het eeuwenlang gebruikte gewoonterecht dan voorrang heeft. Dat gevoel van verbondenheid met onze prachtige natuur, met ons verleden (dat doorloopt in ons heden en richting de toekomst gaat), maar ook dat gevoel van meegaan met de seizoenen, met het weer, weten waar ons eten vandaan komt en daar respect voor hebben, die ongelofelijke expertise die nog in onze dorpen aanwezig is, dat allemaal mogen doorgeven aan de Erfgoed en natuur, onlosmakelijk met elkaar verbonden VOEREN Aardappeltjes kweken in Steinerschool Sleutelbloem Wellense Bokkenrijders komen na 250 jaar weer tot leven WELLEN JOHNNY PUT
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=