Erfgoedkrant

12 ERFGOEDKRANT HASPENGOUW I OKTOBER 2024 Of kerkwachter, kerkbewaker, kerkbewaarder. Ook: deurwachter, kerkeknecht, hellebaardier, piekeman, piekenier, pikman (verwijst naar de spitse punt van de hellebaard), roededrager, bedel, stokman, stadhouder, hondenslager, hondenklopper, hondenzweper enz. Een eenduidige naam voor suisse is er niet. De hondenslager De suisse is strikt genomen een orde- bewaarder. Hij moest ervoor zorgen dat de kerkgangers niet (te) luidruchtig babbelden of het niet te bont maakten. Sommigen zaten te kletsen, anderen kwamen te laat de kerk binnen en keuvelden achteraan over de duiven of het voetbal. Hetgeen storend was voor het verloop van de kerkviering. De suisse had hen in de smiezen en maande hen aan om te zwijgen. Of hij tikte met de hellebaard op hun schouder. En het is meermaals gebeurd dat hij een belhamel onder de kinderen of een balorige en te loslippige volwassene bij de kraag nam en manu militari buiten zwierde. Hij had de bevoegdheid van een kerkagent zonder dat hij pv’s mocht uitschrijven of een boete toekennen. Vanaf de vroege middeleeuwen tot zowat het einde van de 19de eeuw had de suisse nog een andere, niet zo benijdenswaardige taak: honden uit de kerk jagen en slaan. Hij was door de pastoor aangesteld als hondenvanger die met een karwats op de honden mocht slaan. Hij mocht ze niet doodknuppelen, wat wel toegestaan was in de steden. Daar was de hondenvanger vaak dezelfde man die de honden uit de kerk joeg of sloeg. Vandaag zijn er in Vlaanderen, en bij uitbreiding in de rest van ons land, nog welgeteld zes kerkbaljuws actief. In de volksmond staan ze bekend als ‘suisses’. Twee van de zes zijn actief in Limburg: in Hasselt en in Tongeren. Tijdens erediensten, bij vieringen op kerkelijke hoogdagen en bij processies trekken ze hun statige uniform aan. Dat uniform verwijst voor een gedeelte naar de uitrusting van de Zwitserse Garde, maar grotendeels gelijkt het op dat van de vroegere gendarme, champetter of politieagent. De naar voren gedraaide steek van de suisses is het eerste wat opvalt. In de ene hand houden ze een hellebaard, in de andere een sabel. Ze dragen een schouderband met daarop enkele woorden geborduurd die de kerntaken van de suisse weergeven, zoals ‘Eerbied in Gods huis’ en ‘Kerkpolitie’. De suisses van weleer waakten vooral over de orde in de kerk maar vervulden ook de rol van ceremoniemeester. Erkenning Enkele decennia na het tweede Vaticaans concilie (1962-‘65) daalde de kerkpopulatie. Met het sterk gereduceerde kerkgangerspubliek is een suisse niet meer nodig. De kerkfabrieken zijn ook niet langer bereid de kosten voor de uitrusting van een suisse te betalen. Daarom zijn suisses vandaag bijna verdwenen. Uit eerbetoon voor deze levende getuigen van een stuk bedreigd religieus erfgoed, loopt een breed gedragen project onder de titel ‘De pikman, van ordehandhaver en hondenslager tot ceremoniemeester’. Eén van de beoogde doelen is het fenomeen suisse te laten erkennen als immaterieel erfgoed. Daarnaast komt er een boek waarin uit de doeken gedaan wordt waar de naam suisse vandaan komt, wat hij doet en waar hij voor staat. Ook komen er drie exposities: een in de basiliek van Tongeren, een tweede in de Tongerse woonzorgcentra en een derde voor de jongeren. De oudere generaties hebben de suisse nog gekend en meegemaakt. De jongere generatie weet niet wie of wat een suisse is. Een resem namen De naam suisse is pas vanaf 1850 gemeengoed bij de bevolking. Sinds de opkomst en verspreiding van het christendom zijn er altijd suisses geweest. Alleen, ze werden zo niet genoemd, laat staan dat ze in geschreven bronnen voorkwamen. Hier een greep uit de vele namen die dezelfde lading dekken van ordehandhaver en ceremoniemeester. Kerkagent. Kerkpolitie. Honden waren een plaag. In steden was de hondenslager – hier niet in de betekenis van slachter die het vlees van de honden verkoopt – ook vaak de beul die mensen ophing of hen een vreselijke dood gaf op de brandstapel. Wat hij met de honden deed, lokte later protest uit. Het dierenwelzijn werd door de jaren belangrijker waardoor de hondenklopper uit de kerk verdween. Ceremoniemeester Naast ordehandhaving vervulde de suisse ook een ceremoniële rol. Zo begeleidde hij de priester van en naar het altaar. Verder leidde hij huwelijken en begrafenissen in goeie banen. Bij processies in en buiten de kerk liep hij voor het Heilig Sacrament, in uniform met de erbij horende attributen. Vandaag is de suisse een ceremoniemeester De ‘pikman’, van ordehandhaver en hondenslager tot ceremoniemeester TONGEREN XAVIER LENAERS Heb je informatie over één of meer suisses, heb je ‘straffe stoten’ meegemaakt met een suisse of ken je anekdotes met de suisse in de hoofdrol, neem dan contact met project- coördinator Xavier Lenaers, 0475-80 78 57 of xavier.hln@compaqnet.be die zondagsmissen en andere kerkelijke plechtigheden extra luister geeft. Dat doen Brecht Gregoire (25), de nog jonge suisse in Hasselt en Tony Achtergael (68), zijn oudere collega in Tongeren. Ze lopen mee in processies: de eerste in de Virga Jesse-ommegangen, de tweede tijdens de Kroningsfeesten en op kermiszondag. In Tongeren wordt de suisse aangesproken als pikman, een naam die enkel in de oudste stad van het land en omgeving gebruikt wordt. Partners van het project zijn: Stadsbestuur Tongeren, KLGOG, Kerkbestuur Basiliek, Vrienden van de Kerststal, VIIO Tongeren en UHasselt. Het boek verschijnt op 14 september 2025, wanneer ook de tentoonstelling wordt geopend. © JEF HERMANS © LVG © JEF HERMANS © JEF HERMANS

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=